Pegasus rapport met grote meerderheid aangenomen
Sinds april vorig jaar heb ik de eer om de onderzoekscommissie tegen het illegaal gebruik van spionagesoftware voor te mogen zitten. Sindsdien hebben we 38 hoorzittingen georganiseerd en zijn we op werkbezoek geweest in Israël, Polen, Griekenland, Cyprus, Hongarije en Spanje. In totaal hebben we meer dan 200 experts, journalisten, slachtoffers en politici gesproken. Vervolgens hebben we intensief onderhandeld om een omvangrijk rapport met bevindingen en een rapport met aanbevelingen op papier te zetten. Hierover hebben we afgelopen maandag gestemd en ik kan u vol trots mededelen dat beide rapporten met grote meerderheid zijn aangenomen.
In de rapporten veroordelen we lidstaten die spionagesoftware misbruiken om politieke tegenstanders, burgers en journalisten af te luisteren, te intimideren en manipuleren. Dergelijke praktijken ondermijnen de democratie, persvrijheid en rechtsstaat. In het bijzonder bekritiseren we Polen en Hongarije. Deze landen hebben sowieso geweigerd om met ons te spreken en mee te werken aan ons onderzoek, en we maken ons enorm zorgen over het grootschalige misbruik van spionagesoftware zoals Pegasus in die landen.
We pleiten er dan ook voor dat er in alle EU-lidstaten streng toezicht komt op het gebruik van spyware, zowel vooraf als achteraf. Er moet onafhankelijk toezicht komen of het gebruik wel volgens de regels plaatsvindt en rechters hebben hierover uiteindelijk het laatste woord.
Spionagesoftware kan een belangrijk hulpmiddel zijn om zware criminaliteit aan te pakken, mits dit op een gecontroleerde manier gebeurt en misbruik onderzocht en aangepakt wordt. Daarom hebben we ons als EVP sterk gemaakt tegen een totaalverbod op spionagesoftware. Je moet het kind niet met het badwater weggooien. Ook erkennen we dat het aan landen zelf is om te bepalen of spyware ingezet wordt in het kader van nationale veiligheid. Echter moet er ook hier sprake zijn van onafhankelijke controle en overzicht om te voorkomen dat lidstaten het begrip nationale veiligheid ruim interpreteren om zo grootschalige inzet van spyware te legitimeren.
Een ander aandachtspunt is de handel in spyware. Dit moet beter gereguleerd worden. Zo mag spyware alleen aan andere landen worden verkocht wanneer er voldaan wordt aan de EU-regels voor zogenoemde ‘dual-use’ goederen. Dit zijn producten, diensten en technologieën die zowel voor civiele als militaire doeleinden kunnen worden gebruikt. Handel in spyware mag zodanig alleen plaatsvinden met landen waar de kans op misbruik beperkt is
De bal ligt nu bij de Europese Commissie en lidstaten. Zij moeten immers aan de slag gaan met onze aanbevelingen. Alhoewel mijn taak als voorzitter er binnenkort dus formeel op zit, is ons werk zeker nog niet voorbij. We zullen de komende tijd de ontwikkelingen op de voet blijven volgen en ons onvermoeid blijven inzetten voor betere regels omtrent de inzet van spyware.